Pelvische reëducatie – Bekkenbodemtherapie

Stoornissen in de functie van de bekkenbodem kunnen door de bekkenbodemtherapeut positief worden beïnvloed.

 

Voor welke klachten is bekkenbodemtherapie geschikt?

  • stress-incontinentie: ongewild verlies van urine tijdens verhoogde buikdruk (vb lachen; hoesten; niezen; inspanningen)
  • urge-incontinentie: veelvuldig optredende, plotselinge, vaak kleine hoeveelheden, hevige, niet te onderdrukken aandrang om te plassen (met of zonder urineverlies)
  • faecale incontinentie: ongewild verlies van stoelgang
  • obstipatie/constipatie: het bij herhaling slechts moeizaam kwijt kunnen van stoelgang
  • prolaps (Verzakkingen): van de blaas, de baarmoeder, het rectum of de endeldarm
  • pijn: in de onderbuik, rond de anus of de geslachtsdelen, bij het vrijen
  • dysfunctional voiding: verkeerd plaspatroon (door bijvoorbeeld hypertonie van de bekkenbodemspieren of een onderliggende luie blaas)

Bekkenbodemtherapie wordt ook toegepast in volgende situaties:

  • seksuele problematiek
    o.a. dyspareunie (pijn bij het vrijen), vaginisme (pijn bij of onmogelijkheid tot penetratie), premature ejaculatie (voortijdige zaadlozing), erectiestoornissen
  • pre- en postoperatief:
    • prostaat: Het trainen van de bekkenbodemspieren kan helpen om het urineverlies na de operatie te beperken. Hoe beter pre-operatief hoe sneller het herstel postoperatief. Ook seksuele problemen komen hier vaak aan bod waardoor een geïntegreerde aanpak zeker op zijn plaats is.
    • prolaps (Verzakking): Het trainen van de bekkenbodemspieren kan helpen om het urineverlies na de operatie te beperken of zelfs de operatie te annuleren, afhankelijk van de graad.
    • elke operatie in het klein bekken: Het trainen van de bekkenbodemspieren kan helpen om het urineverlies na de operatie te beperken. Hoe beter pre-operatief hoe sneller het herstel postoperatief.
  • bedplassen bij kinderen
    Advies over toilethouding. Gebruik van de plaswekker. Indien van toepassing, aanleren bekkenbodemspieroefeningen zodat het kind de bekkenbodemspieren op een correcte manier leert gebruiken. Altijd in samenspraak met de ouders.
  • pre- en postnatale kinesitherapie

 

Behandeling

In samenspraak met de behandelende arts wordt een behandelplan opgesteld. De bekkenbodemtherapeut kan functiestoornissen van de bekkenbodem verhelpen of verminderen met advies over oa lichaamshouding, voldoende beweging, drinken, voeding en toiletgedrag. Er worden oefeningen gegeven ter bewustwording van de aan- en ontspanning van de bekkenbodemspieren. Dit kan eventueel met gebruikmaking van apparatuur zoals een biofeedbacktoestel of kegeltjes waarbij de patiënt een actieve rol speelt. Afhankelijk van de problematiek kunnen ook andere items aan bod komen zoals elektrostimulatie, blaascapaciteitstraining, plaswekkertraining, opstelling van plas- en drankschema’s, dilatatietraining,…